© 2023 Bruckers • E-Mail: Info@dierenartsenpraktijkbruckers.com • Tf 089/702412 • BTW: BE0699263397
Ideaal gezien wordt uw teefje vóór de eerste loopsheid gesteriliseerd. Kleine hondenrassen worden voor het eerst loops op ongeveer 6 maanden. Bij grote hondenrassen kan de eerste loopsheid soms pas op 12 maanden of zelfs later gezien worden.
Wij raden u daarom aan om uw teefje te laten steriliseren op de leeftijd van 5 à 6 maanden. Bij jonge teefjes kunnen enkel de eierstokken (ovariectomie) weggenomen worden. Bij oudere teefjes bekijken we tijdens de operatie zelf in welke staat de baarmoeder is en als het nodig is wordt ook de baarmoeder mee weggenomen (ovariohysterectomie).
Teven worden beter niet gesteriliseerd op het moment dat ze loops zijn. Tijdens de loopsheid zijn de baarmoeder en eierstokken namelijk meer doorbloed en bestaat er een grote kans dat de teef na de sterilisatie schijndrachtig zal worden. We wachten daarom als het kan tot 2 maanden na de loopsheid voordat we de teef steriliseren. De eierstokken en baarmoeder zijn dan in een inactief stadium en zijn minder doorbloed. De operatie kan zo vlotter verlopen. Mocht het zijn dat de teef ongewenst is gedekt steriliseren we uiteraard wel zo snel mogelijk, ook tijdens de loopsheid, maar dan is er een kans op schijndracht achteraf.
:
Sterilisatie van een teef heeft de volgende voordelen:
De hond wordt niet meer loops en er is geen kans meer op ongewenste dracht.
De kans op een baarmoederontsteking (pyometra) is minimaal. Een baarmoederontsteking zien we regelmatig bij teefjes die al meerdere cycli hebben gehad. Door de hormooninvloeden wordt de baarmoeder veel gevoeliger voor ontstekingen. Wanneer de teef een baarmoederontsteking heeft moet ze alsnog zo snel mogelijk gesteriliseerd worden maar dan heeft de operatie veel meer risico’s omdat de hond dan meestal al erg ziek is.
Als het teefje op jongere leeftijd wordt gesteriliseerd is de kans op melkkliertumoren (borstkanker) veel kleiner. Melkkliertumoren zien we veel bij niet-gesteriliseerde teefjes en zijn in veel gevallen kwaadaardig. Wanneer ze worden ontdekt is het ruim verwijderen van de melkklierpakketten en sterilisatie noodzakelijk om verdere ontwikkelingen zo goed mogelijk te voorkomen.
De kans op het ontwikkelen van melkkliertumoren is:
*0,05% indien de teef werd gesteriliseerd vóór de eerste loopsheid
*8% indien de teef werd gesteriliseerd tussen de eerste en tweede loopsheid
*26% indien de teef niet of pas na de tweede loopsheid wordt gesteriliseerd.
De kans op het ontwikkelen van een melkkliertumor voor een teef die vóór de eerste loopsheid werd gesteriliseerd is dus 520x kleiner dan de kans voor een teefje dat niet werd gesteriliseerd!
Suikerziekte komt vrijwel alleen voorbij niet-gesteriliseerde teven. De kans op deze ziekte wordt dus vele malen kleiner door sterilisatie.
Bij sommige honden is een verandering in de vachtstructuur te zien.
Na een sterilisatie hebben honden minder energie nodig, na de operatie daalt hun energiebehoefte met 30%. Wanneer u dezelfde hoeveelheid voer blijft geven zal de hond dus snel verdikken. U kan dit voorkomen door direct na de operatie de hoeveelheid voer al te verminderen of door over te schakelen op een voeding voor gesteriliseerde honden.
In een klein percentage van de honden treedt na verloop van tijd urine-incontinentie op na de sterilisatie, voornamelijk bij grotere rassen. Over het algemeen is dit met medicijnen goed te onder controle te houden.
De operatie gebeurt onder volledige narcose. Hiervoor moet de hond nuchter gehouden worden vanaf de avond voor de dag van de geplande operatie. Bij de operatie wordt de buik geopend via de middellijn door middel van een klein sneetje (4-5cm). De eierstokken worden altijd verwijderd, de baarmoeder alleen als deze er afwijkend uitziet, in dit geval kan het nodig zijn dat het sneetje wat wordt vergroot. Uw hond krijgt al voor het einde van de operatie pijnstilling, zodat deze na de operatie optimaal werkt. De wonde wordt onderhuids gehecht en de huid wordt gesloten door middel van enkelvoudige hechtingen of nietjes die er na 12-14 dagen uit gehaald moeten worden, dit is direct een controlebezoek en is gratis. Ook bij deze operatie is het belangrijk dat de hond niet aan de wonde gaat likken om een ontsteking van de wonde te voorkomen. Wanneer de hond er teveel aan zit is het beter om haar een kap op te zetten of een jasje aan te doen. Na de operatie krijgt u nog pijnstillers mee voor een aantal dagen en een korte kuur antibiotica. De operatie zelf is een grote ingreep, met de gebruikelijke risico's zoals problemen met de narcose of een wondinfectie na de ingreep. Aansluitend aan de operatie kan in zeer zeldzame gevallen een nabloeding optreden. Meestal zal dat al in de praktijk zichtbaar zijn, maar als de hond na de operatie thuis druppelsgewijs bloed verliest uit de wond of erg pijnlijk en sloom lijkt, moet u direct contact met ons opnemen.