Blaasstenen

Blaasgruis en blaasstenen (urolithiasis)


Blaasgruis en blaasstenen komen regelmatig voor bij zowel honden als katten. Gruis en steentjes kunnen overal in het urinestelsel (nieren, ureter, blaas en uretha/plasbuis) teruggevonden worden maar de meerderheid is terug te vinden in de blaas. Blaasgruis zijn kleine korreltjes die teruggevonden worden in de urine en blaasstenen zijn als het ware groter geworden gruisophopingen.  De oorzaak van het ontstaan van blaasstenen is afhankelijk van het type steen. Meestal gaat het om een erfelijke, aangeboren of verworven stofwisselingsstoornis of een infectie.

Welke klachten heeft uw hond/kat?

-Moeite bij het plassen:  langer persen, eventueel klagen/miauwen/piepen tijdens het plassen

-Bloed bij de urine

-Frequent kleine beetjes plassen

-Niet meer kunnen plassen in het geval van een obstructie wanneer de steen de plasbuis afdicht.

Welke stenen zijn er?

1) Struviet

Dit is de meest voorkomende steen en komt voor in ongeveer 50% van de gevallen.

Hierbij is er een teveel aan magnesium ammoniumfosfaat in de urine, dit is meestal het gevolg van een blaasontsteking waarbij de bacteriën deze stoffen gaan produceren. Andere factoren die meespelen zijn een alkalische urine (basisch, hoge pH-waarde), een dieet hoog in eiwitten en een genetische aanleg.

Dit type steen komt zowel voor bij pups als bij volwassen honden. Het komt meer voor bij vrouwtjes dan bij mannetjes.

Deze steen is op te lossen met een aangepaste voeding gecombineerd met een juiste antibioticakuur om de blaasontsteking te behandeling. De voeding moet langdurig gegeven worden tot de steen volledig is opgelost. Bij grote stenen is het beter om de steen operatief te verwijderen om het herstel te versnellen.


2) Calcium-oxalaat

Dit is de tweede meest voorkomende blaassteen en komt voor in ongeveer 30% van de gevallen.

Hierbij is er een teveel aan calcium en/of oxalaat in de urine. Mogelijke oorzaken van teveel calcium in de urine zijn een verhoogde opname van calcium in de darmen, een verminderde opname ter hoogte van de nieren of een verhoogde calciumconcentratie in het bloed.

Dit type steen komt vrijwel alleen voor bij volwassen dieren en iets meer bij mannetjes dan bij vrouwtjes. Dit type blaassteen komt meer voor bij bepaalde hondenrassen, namelijk: Yorkshire terriër, Lhasa Apso, Bichon frise, Shih Tzu, Poedel en Schnauzer.

Deze steen moet operatief verwijderd worden en nadien moet de voeding aangepast worden om de vorming van nieuwe stenen te voorkomen. Deze voeding moet levenslang aangehouden worden omwille van de aanleg van het dier om de stenen te vormen.


3) Cystine

Dit is een veel minder voorkomende steen en komt voor in slecht 1% van de gevallen.

Door een fout in het metabolisme is er een verhoogde uitscheiding van cysteïne. Een zure urine zorgt voor het neerslaan van cysteïne.

Deze steen wordt het vaakst vastgesteld bij dieren van 3-5 jaar oud, iets meer bij mannelijke dan bij vrouwelijke dieren en meer bij bepaalde rassen, namelijk: New Foundlander, Bull Mastiff, Bulldog en Basset.

Met een aangepaste voeding moet de zuurtegraad van de urine aangepast worden (minder zuur) en met medicatie kan de oplosbaarheid van cysteïne verhoogd worden. Wanneer de steen te groot is wordt deze best operatief verwijderd.


4) Uraat

Uraat is een weinig voorkomende steen en komt voor in ongeveer 8% van de blaasstenen.

Deze steen wordt gevormd wanneer de uraatconcentratie in de urine te hoog wordt.

Bij dalmatiërs is dit een erfelijke afwijking ter hoogte van de lever (afwijking in het urinezuurmetabolisme) en bij andere rassen kan het voorkomen bij een slechte leverwerking.

Deze steen wordt het meeste vastgesteld bij een leeftijd van 1,5-7jaar en iets meer bij mannelijke dieren.

Deze steen is slecht op te lossen met aangepaste voeding en dient operatief verwijderd te worden, aangepaste voeding nadien gaat ervoor zorgen dat er geen nieuwe steen gevormd wordt.



Hoe wordt de diagnose gesteld?


Door middel van een urine-onderzoek kunnen we een eventuele blaasontsteking vaststellen en al kristallen terugvinden die meestal overeenkomen met het type blaassteen. De blaassteen zelf gaan we vaststellen door middel van een RX-foto van de blaas (al dan niet met contrast). 


Hieronder ziet u een foto-verslagje van het operatief verwijderen van een blaassteen. In dit geval ging het om een calcium-oxalaatsteen bij een poedel.